1. Installatieomgevingseisen voor transformatoren van het droge type
Droge transformatoren worden over het algemeen binnenshuis gebruikt en zijn milieuvriendelijker en veiliger dan transformatoren met olie.ze hebben nog steeds bepaalde eisen aan de installatieomgeving:
1. Omgevingstemperatuurvereisten
•Maximale omgevingstemperatuur: +40°C
•Minimale omgevingstemperatuur: -25°C (voor speciale omgevingen zijn modellen beschikbaar die bestand zijn tegen lage temperaturen)
•Dagelijkse gemiddelde temperatuur niet hoger dan +30°C
•Hoogte: over het algemeen niet hoger dan 1000 meter (voor grote hoogten zijn speciale modellen vereist)
2Ventilatie en warmteafvoer
•De installatieplaats moet goed geventileerd zijn en er moet voldoende ruimte om de transformator heen zijn voor warmteafvoer:
o Zijden: ten minste 0,8-1 meter
O Boven: ten minste 1,2 meter
•** Indien nodig, installeer een ventilator** om de warmteafvoer te verbeteren
3. Luchtkwaliteit
•De lucht moet schoon zijn, vrij van corrosieve gassen en geleidend stof
•Vermijd langdurige blootstelling aan vochtige omgevingen (relatieve luchtvochtigheid < 0.5°C) 90% (
4. vloer en fundering)
•De vloer moet stevig, vlak zijn en het gewicht van de apparatuur kunnen dragen.
•Om trillingen te voorkomen moet een trillingsvrije fundering of schokdemper worden aangebracht.
5. Voorschriften voor brandpreventie
•Hoewel droge transformatoren geen olie bevatten, kunnen ze toch kortsluiting of oververhitting veroorzaken en brand veroorzaken.
•Ze moeten ver van ontvlambare en explosieve materialen worden geplaatst.
•De installatieplaats moet zijn uitgerust met de nodige brandbestrijdingsapparatuur (zoals brandblussers en rookmelders).
II. Dagelijks onderhoud van droge transformatoren
Het onderhoud van transformatoren van het droogtype omvat in de eerste plaats preventief onderhoud, aangevuld met realtime monitoring om te zorgen voor een langdurige werking in goede staat.
Voorzorgsmaatregelen
•Verwijder of reinig transformatorcomponenten niet terwijl ze aan zijn.
•Regulierlijk registratie van operationele gegevens zoals temperatuur, belasting, spanning en stroom voor trendanalyse.
•Als er afwijkingen zijn, zoals het struikelen, oververhitten of ongebruikelijk lawaai, moet u de stroomvoorziening onmiddellijk uitschakelen om te controleren.